fictie - non fictie
‘Zeg maar dat het geen visstick is’
Is Mirthe van Doornik net als haar protagonist een goede kok omdat ze in haar recente boek Een tafel bij het raam (Prometheus, 2023) maaltijdbereidingen beschrijft waarbij het water je in de mond loopt? Een goede schrijver is ze in ieder geval wel en een zeldzame bovendien. Zoals van sommige cabaretiers wordt gezegd dat ze de lach aan hun kont hebben hangen, zo kleeft bij Van Doornik die lach aan haar pen. Van Doornik laat elke scène met de kok Alp in het honderd lopen, onder meer door voortdurend incompetente mensen op te voeren. De eigenaar van het restaurant is een egocentrische sukkel die per se wil dat Alp de recepten van zijn overleden moeder gebruikt, zonder daar een millimeter vanaf te mogen wijken. In de bediening werkt een jongen
Suikerklontje in een glas heet water
In Ik zeg geen vaarwel, het meest recente boek van de Koreaanse schrijfster Han Kang vloeien personages in elkaar over, krijgen dialogen geen leestekens, worden handelingen zeer gedetailleerd beschreven, dringen dromen zich in de werkelijkheid en speelt de natuur een hoofdrol. Vooral sneeuw domineert het boek. Kang beschrijft eindeloos veel variaties van vlokkende, smeltende en verblindende sneeuwval. Sneeuw is ‘iets wat zichzelf al smeltend verliest en zacht wordt’. Vallende sneeuwvlokken absorberen geluid. In die stilte is het vanzelfsprekend om onbelangrijke en belangrijke zaken van elkaar te onderscheiden. Beide metaforische eigenschappen van sneeuw zijn van toepassing op Kangs hoofdpersonages Gyeong-ha en Inseon, vriendinnen van vergelijkbare leeftijd (rond de veertig), de een schrijfster, de ander beeldend kunstenaar, maar naarmate het boek vordert steeds nadrukkelijker elkaars spiegelbeeld.
Over de berekening van ruimte I – Solvej Balle
Recensie door Jan Kloeze Springend door een spiralende tijd De Deense schrijfster Solvej Balle (1962) werkt aan een zevendelige roman onder de titel Over de berekening van ruimte. Het eerste deel is recent in Nederlandse vertaling verschenen en doet sterk denken aan de iconische film Groundhog Day. Tara Selter zit vast in 18 november en is zich daarvan bewust, terwijl haar man Thomas Selter aan elke 18 november begint zonder zich de vorige te herinneren. Hij weet niet beter dan dat zijn vrouw op de 17e naar Parijs is gegaan om inkopen te doen voor hun handel in antiquarische boeken en dat ze op de 19e terug zal komen. In hun huis in het Noord-Franse Clairon-sous-Bois beweegt hij zich door de dag van 18 november. Hij ontbijt, gaat naar het
Ik ben Medea
Gisteravond naar Frascati gegaan, zaal nummer 3. Omdat ik een monoloog wilde zien. Een monoloog is in mijn ogen de fraaiste vorm van toneelspel. De speler richt zich tot iemand in het bijzonder, die er niet is. Een rechter. Een geliefde. Een vader of een moeder. En tegelijkertijd tot zichzelf. Hij houdt zichzelf een spiegel voor en kijkt naar zichzelf door de ogen van de geadresseerde. Daar zit voor mij meer drama in dan in een dialoog. De actrice van nog geen dertig jaar oud, speelde in een stuk getiteld Ik ben Medea. Ze kwam blootsvoets op in een zwarte kaftan met split en kleedde zich halverwege de 75 minuten om in een soort tutu, een superkort geplisseerd rokje met top. Wit. Van zwart naar wit. Tijdens dat omkleedproces liep
Klaagliedjes
Lucretia van der Vloot, Mathilde Santing en Judith Herzberg. Drie namen om voor naar het theater te gaan, vooral in de entourage van de intieme Roode Bioscoop aan het Haarlemmerplein. Met vier andere zangeressen zitten Van der Vloot en Santing in het Lascaux Ensemble. Herzberg schreef de tekst van de vrijwel geheel a capella gezongen voorstelling waarin de zes vrouwen stemmen van woede, angst, berusting en verzet in het hoofd van de bedrogen echtgenote Ruth laten klinken. Ruth is de weduwe van mediamagnaat Robert Maxwell, een rijk geworden immigrant, diep gevallen toen zijn financiële imperium op drijfzand bleek te berusten en op zee overboord gestapt of gevallen. Ik was hem eerlijk gezegd allang vergeten. Het optreden van de zes vrouwen mag met recht klagerig en betoverend genoemd worden. Het is