Strakke meisjes in de pijplijn

Industrieën rusten op meisjes in strakke pakjes. Haren streng naar achteren gekamd, met speldjes en paardenstaarten. Sterke benen. Gedrongen bovenlijven. Gespannen stuiterend over vloer, brug en rekstok.
Deze kinderen bestrijden elkaar op leven en dood met verschillen die tot in duizendste punten worden gemeten. Volwassen mannen becommentariëren hun verrichtingen met gewichtige stemmen en kritische blikken. Beenspreiding onvoldoende. Uit het midden geland. Net niet helemaal gestrekt.

We kijken naar onbegrijpelijk genaamde oefeningen die voor een normaal mens met het blote oog helemaal niet zijn te volgen, denk even aan de vleugels van een nectar drinkende kolibri. Op de tribunes duizenden mensen met voorkeuren voor de eigen nationaliteiten, ook als er een meisje met IJslandse voor- en achternamen inclusief prachtige Eskimo-ogen in het oranje pakje door de lucht vliegt. Ook dan is ze Nederlands.

Ze is een talent voor de toekomst, pas 18 jaar, kan nog jaren mee, kan nog jarenlang de behoefte van trainers en volgers bevredigen om te fucken achter de komma, haar cijfers gegeven in een gesluierd juryproces. Gespannen wachten zij en de andere meisjes op het verdict, want voor iedereen geldt dat de opgeheven duim van de keizer onverwacht kan omslaan in het ooit onvermijdelijke tegendeel. De jury keurt de prijsmerrie in de wetenschap dat er altijd weer nieuwe veulens klaar staan. Bereid om zich te laten drillen, buigen en barsten.

Want de industrie is hongerig. Mediamagen rommelen. Bestuurders hunkeren naar succes. Trainers en staf moeten aan het werk blijven. Dus is daar het volgende stuiterballetje dat ergens in dat lijfje een meisje moet zijn, dat kan worden opgepompt en opgelaten totdat ook deze doll is leeg gelopen, totdat ook van dit kind de mascara in omhoog getekende ooghoeken uitloopt in smeltende puinhopen.

Enthousiast juichen kijkers en volgers over persoonlijke records, teamprestaties, wederopstandingen. Maar het meisje is inwisselbaar. Als brandstof. Als een tank benzine die de motor doet blijven lopen. De pijplijn voorziet in een onafgebroken stroom van kinderen en ouders die zich opofferen.
Totdat de honderd meter gelopen kan worden in vijf seconden, nee drie. Totdat de hoogspringer over drie meter gaat, nee vier. Totdat de turnster met haar strakke pakje, streng naar achteren gekamde haren en sterke benen onder haar gedrongen lijfje een viervoudige schroef met drie gestrekte salto’s heeft gemaakt, nee vier of vijf.

©Jan Kloeze, augustus 2016