Het elixer van de Goden

Publieksmedia voelen aan hoe brisant de zwaartekrachttheorie van Erik Verlinde feitelijk is. Om vervolgens de brandbom voortvarend te detoneren. Door hem zeer te prijzen. Door te vermelden dat zijn inzichten Einstein en Newton naar de kroon steken. Door zelfs te vermelden dat de theorie van Verlinde alles wat we denken te weten over het universum op zijn kop kan zetten. Verwonderd schudden talkshowpresentatoren hun hoofd. Wetenschapsredacteuren schrijven over de lof en de bewondering die de Nederlandse wetenschapper ten deel vallen. Nobelprijs. Dat zit er misschien wel in. Al moeten we nog even afwachten. Want andere geleerden studeren nog op de uitwerking  en de details.

En iedereen gaat over tot de orde van de dag. De bom tikt zachtjes, in de verte, in een wereld van hooggeleerde heren en ingewikkelde tijdschriften die door niemand worden gelezen. Daar kan hij geen kwaad.

Verlinde op de publiekstelevisie ziet er trouwens uit alsof hij water heeft zien branden. Alsof hij zelf niet kan geloven wat hij heeft ontdekt. De ontzagwekkende implicatie van zijn door briljant rekenwerk bewezen realiteit is dat we niet echt bestaan. Dat we niet meer en niet minder zijn dan enen en nullen in beweging. Dat alle materie illusie is. Dat elk individualisme op zelfbedrog is gebaseerd. Verlinde is min of meer met stomheid geslagen en laat op televisie de uitleg van zijn inzichten over aan een fysicus die de relativiteitsformule van Einstein op zijn been heeft laten zetten maar nu pathetisch goochelt met een balletje en een bak water om iets te expliciteren dat hij zelf niet snapt. Achter hem projecteert de televisie Verlinde’s formule die op een schoolbord past, en zelfs op een bovenarm. Makkelijk zelfs.

Fascinerend dat een niet bestaand universum in een formule kan worden uitgedrukt. Het is de ultieme paradox. Het is een perpetuum mobilé van informatie in beweging. Zonder beweging is er geen weerstand en zonder weerstand is er geen waarneming. Dat blijkt het wezen van de zwaartekracht te zijn. Zwaartekracht ontstaat door verandering van informatie, door het in beweging brengen van enen en nullen die zich verzetten tegen hun verplaatsing. Dat heeft Verlinde ontdekt. Daarmee kan hij niet het ontstaan maar wel het bestaan van het universum verklaren en berekenen. Donkere materie is ontmaskerd als de creatie van een in de wolken met vuurpijlen smijtende Wodan om de bliksem te begrijpen.

Arme Verlinde. Hij kijkt het monster recht in de opengesperde muil. Het bewijs is geleverd. Hij kan niet langer ontkennen. Het enige dat hij met goed fatsoen kan doen, is zwijgen en de exegese aan anderen overlaten, anderen die het spel niet zo diep doorzien als hij. Die anderen werpen een rookgordijn op. Dat ziet Verlinde natuurlijk gebeuren. En hij laat het maar zo. Uit clementie. Hij gunt de wereld zijn illusies. Verlinde is geen held. Per ongeluk vond hij het elixer van de Goden. Nu maakt hij zich het liefst zo snel mogelijk uit de voeten. Een Messias is hij evenmin. Hij wil zelfs geen profeet zijn.

Als de mensen zouden begrijpen wat Verlinde te zeggen heeft, zouden ze hem villen, vierendelen, verketteren, kruisigen, opsluiten, voor gek verklaren, onthoofden. Zoals met veel van zijn voorgangers is gebeurd. Want niemand wil de formule van het zelfbedrog kennen, niemand durft het konijnenhol in, niemand laat zich vrijwillig meesleuren door de witte walvis.

© Jan Kloeze, november 2016