Over Starfighter

Aanvankelijk is Job een dromerige jongen die in de jaren tachtig opgroeit met een onverdraagzame vader en een veeleisende moeder. Hij is bereid ver te gaan om zijn ouders het hoofd te bieden; hij kruipt in de grond, brengt een offer, strijdt letterlijk tegen het leger, dreigt bij partnerruil zijn vaders plaats in te nemen en schaart zich aan de kant van het zwarte schaap in de familie. Steeds echter blijft hij met lege handen achter.

Jaren later kenmerkt zijn volwassen leven zich door voorzichtigheid. Hij durft niet meer voluit te leven. Gedwongen door zijn vrouw treedt hij toe tot een therapiegroep aan de Waal. Daar wordt hij als het ware wakker geschud. Hij verandert in een handelende man die na het overlijden van een vriendin besluit tot een radicale actie. Dat zet een reeks gebeurtenissen in gang, alsnog leidend tot de confrontatie met zijn verleden.

Starfighter is het boeiende debuut van een schrijver die zijn stem heeft gevonden en een indringende roman schreef.

Kort fragment

(…)
Op een dag had Gemma hem meegenomen naar een open plek in het bos, niet ver van het stadje waar ze woonden. Tussen naald- en loofbomen stond een kleine circustent, rood/wit geblokt met een punt waar een grote, rode vlag aan wapperde. De tent had een poortvormige entree. Gemma kende bijna iedereen. Meisjes droegen uitstaande rokjes boven sterke benen en hadden sjaals in hun haar. Jongens lieten wijde broeken aan hun lijf slobberen. De troep kwam op Job over als een ter plekke neergestreken zwerm vogels, in staat elk gewenst moment op te vliegen in lenige formaties, koprollend door de lucht, goochelend met koffiebekers en waterflesjes.

‘Dit is Job. Mijn vriendje,’ zei ze tegen een geblokte jongen, die langs kwam lopen en door haar op beide wangen werd gekust.
‘Werner,’ zei hij. Hij stak zijn hand uit, begroette Job en liep verder.
‘Werner is een van de dragers van de levende piramide,’ vertelde Gemma.
Samen slenterden ze door de tent. Gemma gaf uitleg bij de eenwielers, olifantspoten en trampolines die her en der in de tent stonden. Soms wees ze iemand aan en vertelde wat die persoon tijdens de voorstellingen deed. Ze kwamen bij een lange tafel, waar thee werd gedronken. Iemand knutselde aan een toneellamp. Twee jongens gooiden zelfgevouwen vliegtuigjes naar elkaar. Eentje kwam op Job af. Hij ving hem uit de lucht, maakte er een prop van die hij op de grond gooide.
‘Wat doe jij nou?’ riep een zwartharig meisje boos.
‘Zijn vader zit bij de luchtmacht,’ zei Gemma.

Dat vonden ze interessant. Wist hij dat de luchtmacht de natuur van de Waddenzee compleet verpestte? Met lawaai en verf. Honderden liters verf werden als nepbommen over Vlieland uitgestort. Op de aanvliegroutes waren door de herrie van de Starfighters watervogels, zeehonden en zelfs vissoorten verdwenen.
‘Als jouw vader piloot is,’ zei het meisje met de zwarte haren. ‘Dan weet jij vast een goede actie.’ Ze heette Aliza en zat naast Werner, een beetje tegen hem aangeleund.
‘Laten we de verkeersleider op Vlieland gijzelen,’ zei Job.
Iedereen lachte. Toen werd het stil.

Over de auteur

Aan het begin van zijn schrijverschap debuteerde Jan Kloeze (1959) in literair tijdschrift De Held en werd hij opgenomen in een bundel met veelbelovende, jonge schrijvers. Daarna koos hij voor een journalistieke carrière. Voor Literair Nederland treedt hij op als recensent en columnist. In 2023 studeerde hij met zijn romandebuut Starfighter af aan de Schrijversvakschool Amsterdam.