Vliegangst

Op een dag waren de vrachtwagens verschenen, vol blubber, vol miljoenen kubieke meters nattig, zwart stinkend zand om de grond op te hogen. Met hun wielen groeven de camions diepe, geribbelde sporen in een gebied dat vol had gestaan met meidoorns die elk jaar zo uitbundig bloeiden en geurden dat de mensen er in de lente niet over uitgesproken raakten. Na de vrachtwagens kwamen de shovels om de naar champignons riekende boel bij elkaar te vegen, waarna de modder indikte en later een tweede, derde en vierde golf van blubber over de grond kon worden uitgereden.