Ik ben een van de beste naastzitters van Amsterdam. Dat zit zo, ik ga altijd alleen naar het theater, film of toneel. Vind ik ideaal.

Geen zorgen over de partner die in slaap dreigt te vallen tijdens het toneelstuk en zelfs in staat is licht te snurken bij de voorstelling, zoals ik om me heen heb meegemaakt. Niets om je druk over te maken als de ander er geen bal aan vindt en dit kenbaar weet te maken door gesnuif met de neus en gedraai met de kont. Onmogelijk om terecht te komen bij een culturele of kunstzinnige activiteit die door een ander is geselecteerd en waar je je met goed fatsoen niet aan kon onttrekken. Uitgesloten dat iemand in het donker iets tegen je probeert te zeggen, wat meestal onverstaanbaar is maar waarna je op goed geluk instemmend bromt.

Nee, ik ga naar de meest obscure én de meest voor de hand liggende podia en ben uitsluitend mijn eigen rechter, houd met niemand rekening, blijf gefascineerd ook als de zorgvuldig gerepeteerde en ingestudeerde kunstuiting tegenvalt (Halina), ben laaiend enthousiast op mijn stoel als ik op een wereldwijf stuit (Ellen) of een briljante muzikant ontmoet (Alex), schiet ongegeneerd vol als Mamma Cass ondanks zichzelf WOW zegt bij het eerste optreden van Janis als Janis zoals we haar nu allemaal kennen en zit in een piepklein theater stil te genieten op minder dan een meter afstand van de schrijver die op zijn oude dag als geen ander heeft begrepen hoe hij zijn publiek moet bespelen (A.L.).

Hoewel alleengaand, zit ik meestal wel naast iemand. Dat is vrijwel onvermijdelijk. Soms zelfs naast twee, al heb ik een grote voorkeur voor hoekplaatsen en lukt het me vaak er een te vinden, juist door mijn zelfgekozen alleenheerschap.

Is mijn buurman van hetzelfde geslacht, dan interesseert het me allemaal niet zo. Wanneer zij van de andere pool is, dan wordt het al boeiender. Want andere mensen gaan zelden in hun eentje naar een theaterzaal, wat ik net zo onbegrijpelijk vind als het meenemen van kleine kinderen naar de supermarkt. Als ik naast een dame zit die op haar beurt nevengeschikt is aan haar partner, dan houd ik me in. Het is me echter al een paar keer overkomen dat ik naast een vrouw van mijn eigen middelbare leeftijd kom te zitten die óók alleen is. Nou, dan ben ik een van de beste naastzitters van Amsterdam.

Met al mijn vezels straal ik uit dat ik weet te genieten van het gebodene op het toneel of het scherm. Beheerst zorg ik er tegelijk voor dat mijn been het hare niet raakt, mijn elleboog de hare niet van de armleuning verdrijft en mijn hoofd niet te ver in haar richting draait om ongegeneerd te kijken wat voor vlees in de kuipstoel naast me terecht is gekomen. 

Ondertussen laat ik me niet onbetuigd als het swingt op het toneel, want mijn hak slaat de maat, mijn hoofd wiebelt als op een dashboard, ik lach, snuif, snik als het zo uitkomt en doe al die dingen in de wetenschap dat ze zich niet aan mijn indruk kan ontrekken.

Ze moet zich afvragen wie toch die man is die ook alleen op pad is gegaan, die kennelijk dezelfde smaak heeft als zij want hij heeft ook voor deze voorstelling gekozen, die zo levendig meeleeft en zo keurig afstand houdt maar tegelijk ontzettend aanwezig is in zijn beleving van de avond. 

Zou dat een partij kunnen zijn? Zou die man de moeite waard zijn om mee van gedachten te wisselen? Hoe zou hij er eigenlijk uit zien? Bij het placeren had ze niet zo goed opgelet, druk als ze was met het uitzoeken van de juiste stoel. Als ze voorzichtig opzij kijkt in het donker, merkt ze dat hij haar schijnbaar negeert en onafgebroken geconcentreerd is op de kunst en de kunstenaars.

Als ze per ongeluk haar been wat ontspant waardoor haar lichaam het zijne kort aanraakt, reageert hij niet geschrokken maar geeft hij ook geen tegendruk; op precies het goede, sociale moment trekt hij zijn eigen been iets terug. Hij is neutraal en toch aanwezig als een gloeimagneet.

Tegen het eind van de voorstelling is ze onstuitbaar nieuwsgierig naar die mysterieuze man naast haar en ze weet dat straks de lampen aan gaan en dat er een moment komt waarop ik haar zou kunnen aanspreken. Maar ik ben de beste naastzitter van Amsterdam, want ik vertrek vlak voordat iedereen opstaat; in de korte periode van de extase na de voorstelling neem ik de kuierlatten, mijn potentieel hunkerende buurvrouw in verwarring achterlatend en genietend van het feit dat ik alleen ben en alleen blijf. Ik heb echt niemand nodig.

Lees ook Aartsengel, Klaagliedjes of maak een andere keuze.

Jan Kloeze

April, 2016