Ook de Rabozaal van de Stadsschouwburg is imposant. Vooral de route er naar toe maakt nederig.
We lopen over brede, open trappen van hout, zigzaggend langs donkere ramen, soms met uitzicht in belendende Amsterdamse woonkamers. Muren tonen manshoge portretten van oude toneelspelers van naam, al vind ik ze moeilijk te herkennen. En dan, na een korte stop in het hoekrestaurant met statafels en een loungehoek, de hoge zaal zelf. Rijen stoelen, zo steil gestapeld dat knieën rusten ter hoogte van ervoor zittende hoofden. Daar kijken we naar het grote, lege toneel met een houten vloer en een kletterende, klaterende regen die op een eenzame vleugel dreigt te vallen.
De Stille Kracht met Halina Reijn en Gijs Scholten van Asschat. In een bijrol de grote belofte Gaite Jansen. Verder nog vele andere toneelspelers, natuurlijk. We zitten in Couperus, maar Multatuli dringt zich ook op want het gaat over ons Indië, in de boventiteling vertaald als Eastern India.
Hoge luchtvochtigheid, hitte, blote voeten, natte moesson en natuurlijk de resident, de Javaan, de ambtenaar, de vrouw van de resident, haar stiefzoon en de lover Addy die het ook aanlegt met stiefdochter Gaite. Geregisseerd door de grote Ivo van Hove.
Zelfs na een uur zit ik nog geïmponeerd te kijken naar de verbluffende manier waarop wisseling van tijd en plaats wordt gesuggereerd, terwijl het toneelbeeld niet of nauwelijks verandert. Mensen die aan de handeling deelnemen, verblijven vaak op het toneel ook als hun rol tijdelijk is uitgespeeld en hoewel ze net als wij alles kunnen horen, zijn ze er gewoon niet bij.
Totdat onnavolgbaar de scene wisselt, er een maand om is, een opstand dreigt of juist is uitgebleven en iemand plotseling een gast ontvangt die iets komt doen of net weg is gegaan. Aan de zijkant, waar het droog is, zitten bijfiguren te wachten totdat ze weer op mogen. Iemand speelt in de regen op de vleugel, slaat op een gong, blaast een fluit of ritselt met een kledingrek waaraan ratels hangen.
Halina speelt min of meer zichzelf. Ze is warrig, snel afgeleid, flirt, stelt gerust, maakt amok, wil weg, blijft toch, neemt de ene jongen, neemt de andere jongen, schmiert een beetje om het publiek te behagen. En ze gaat even uit de kleren, voor de beruchte badscène die bij haar vooral nattig bloot is. Rood water suggereert bloed, waarna ze het publiek rug en billen laat zien.
De bewondering neemt af, zoals een band leeg kan lopen als er een miniem lekje in het ventiel zit. Verbaasd neem ik in het tweede uur met langzaam toenemend bewustzijn waar dat ik vooral naar het spel zit te kijken en naar de regie. Het verhaal is bijzaak. Niemand komt tot leven. Ik word niet geraakt door emoties.
Ik realiseer me dat ik naar een gewone dag op kantoor van Toneelgroep Amsterdam zit te kijken. Dat ik gelijk heb, merk ik bij het slotapplaus als vooral Halina, voornamelijk gekleed in een duster die natuurlijk hoog is gesneden en makkelijk open wil vallen, tot drie keer toe het liefst meteen rechtsomkeert maakt maar moet blijven buigen en glimlachen omdat de rest van het ensemble zo beleefd is om het applaus in ontvangst te nemen.
Alsof er thuis iemand op haar zit te wachten met wie ze nog naar een feestje moet. Alsof ze alvast bezig was met de afschmink, maar nog even op moest om te knipmessen voor ons.
Ik maak een uitzondering voor de kleine, oudere dame die de moeder van het Javaanse regentengeslacht speelt. Haar zoon heeft de Hollandse kolonist voor het hoofd gestoten en wordt door de resident afgezet. De dame komt op audiëntie en smeekt de machthebber haar gezin dit gezichtsverlies niet aan te doen. Ze schaamt zich om zich zo te moeten verlagen, maar de schande die haar zoon is aangedaan, is nog groter. Dus trekt ze de grijze haren uit haar knot en werpt ze zich ter aarde aan de voeten van de resident.
Ze schreeuwt haar nood uit. Haar kreet gaat me onverwachts door merg en been. Er siddert eindelijk iets onder mijn huid. Ik hap naar adem, net als de dame op het toneel. Zij had de hoofdrol verdiend.
Lees ook Anne Frank, Ellen of maak een andere keuze.
Jan Kloeze
April, 2016
Gezien op donderdag 21 januari 2016 in de Rabozaal van de Stadsschouwburg. De Stille Kracht, naar het boek van Louis Couperus.