Vandaag heb ik Anne Frank gezien. Ze zat op de fiets en reed me tegemoet terwijl ik lopend mijn weg zocht door een omleiding in de buurt van de Amsterdamse Spaarndammerdijk.
Om de scholieren tegemoet te komen, heeft de gemeente in de langgerekte bouwput een kruipdoor-sluipdoor route gemaakt, omzoomd door betonblokken, zodat de jongeren niet helemaal om hoeven te fietsen. Deze provisorische route is fietsend de kortste weg vanuit de stad naar Theater Amsterdam.
Het moet de weg zijn die Anne Frank dagelijks neemt, aangezien ze elke dag optreedt in dat theater, speciaal voor haar gebouwd.
Anne Frank was een prachtig meisje, vrouw eigenlijk. Haar ogen troffen me. Al keken ze me niet aan. De meeste jonge vrouwen hebben geleerd geen eenzame, in hun eentje rond lopende mannen aan te kijken. Ze zien ons wel, potentieel gevaar moet immers worden gescand, maar we blijven in de periferie van hun oogopslag. De knapste vrouwen hebben het beste geleerd te zien zonder te kijken.
Ik probeer het wel eens. Mensen op straat niet aankijken. Gewoon negeren. Een beetje nuffig voelt dat. Alsof ik het niet nodig heb om bevestigd te worden. Alsof het niet nodig is om te checken of iemand anders mij wel ziet. Elke keer dat iemand naar me kijkt, is dat toch een moment van een piepkleine triomf. Zie je wel, ik besta echt. Ik heb een plek in de wereld. Als iemand iets langer kijkt, heeft ze zelfs een positieve indruk van me, vermoed ik. Of ze vindt dat er aan mij iets mankeert, zonder dat ze er direct de vinger op heeft weten te leggen. Dat kan natuurlijk ook.
Anne Frank zag me aan de rand van haar blikveld. Dat weet ik zeker, want het fietspad tussen de betonblokken was niet breed. Ze moest me rakelings passeren. Maar ze bleef strak voor zich uit kijken met die mooie, ovalen ogen. Meer Perzisch dan Joods trouwens, die ogen. Anne Frank was stateloos, dus ik kon haar ogen aan elk land toeschrijven dat ik wilde.
Antisemitisme fnuikte het verlangen naar de erkenning van haar schoonheid, van haar talent en van haar levenslust. De kast voor het Achterhuis onttrok de onderduikers aan het oog. Daarom verzon ze haar dagboek. Daarom schreef ze verhalen. Opdat ze gezien zou worden.
Zo beschouwd, is het vreemd dat Anne Frank me niet aankeek toen ze zo dicht bij me langs fietste.
Lees ook Aartsengel, Tijd of maak een andere keuze.
Jan Kloeze
April, 2016