De openingssequentie van de HBO-serie Westworld laat zien hoe mensen robots bouwen; robots die niet van levende wezens zijn te onderscheiden. Want ze zijn warmbloedig en zelfs tot geprogrammeerde zelfanalyse in staat. Toch blijven het robots. Waarom?
Omdat ze niets weten van de dood. Omdat ze zichzelf niet kunnen repliceren. Omdat hun geheugen kan worden gewist, zodat ze telkens opnieuw beginnen. Zonder tegenzin. Zonder enig besef van de zinloosheid van hun leven. Het zijn eigenlijk computers die eruit zien als levende wezens. Computers hebben geen vrije wil, geen bewustzijn. Geen verlangen zichzelf te kennen.
Dat ligt anders voor mensen. Mensen weten dat ze dood gaan. Weten dat alles tijdelijk is. Weten dat ze streven naar zinvolle levensvervullingen. Weten dat ze zich kunnen voortplanten. Gaan uit van een vrije wil. Nemen aan dat ze bestaan omdat ze zichzelf kunnen waarnemen.
Los van de vraag of het leven zin kan hebben als het ook weer stopt, los van de vraag of mensen werkelijk een vrije wil hebben of geheel worden bepaald door toevallige synapsen in hun brein (dixit Dick Swaab), het is onomstotelijk waar dat mensen kunnen weten dat ze bestaan. Als ze de tijd nemen zich dat te realiseren. Wat niet iedereen doet, maar dat is iets anders.
Mensen zijn dus geen computers. Nog niet. Het scheelt echter niet veel. Met minuscule schaartjes (CRISPR-Cas9 genaamd) kunnen mensen bij andere mensen in hun DNA knippen en onwelgevallige eigenschappen, ziektes of uiterlijkheden verwijderen. Dat was recent breed in het Nobelprijsnieuws. Zijn de mensen die straks rondlopen met bijgepunte DNA-stringen, met gemodificeerde genomen, zijn dat nog mensen? Of zijn het al een soort robots?
En wat als gemodificeerde mensen zelf weer nieuwe generaties manipuleren? Omdat de DNA-kniptechnieken steeds geavanceerder worden, totdat het mogelijk wordt om de dood te herroepen, totdat het mogelijk wordt om steeds opnieuw te beginnen en geheugens te laten wissen of naar behoefte te laten vullen met interessante herinneringen, zoals in Westworld door de oppermanipulator, huiveringwekkend gespeeld door Anthony Hopkins, regelmatig bij zijn robots wordt gedaan.
Wat is dan nog het verschil tussen de maker en de gemaakte, tussen mens en robot, tussen mens en computer? Waar is dan het menselijk bewustzijn gebleven? Is er dan nog ruimte voor een vaag besef van onvolledigheid, rondzingend in foutloze DNA-stringen, in prachtig aangelegde breinsynapsen? Klinkt dan op onbewaakte ogenblikken nog een voorzichtig ‘wie ben ik’ in een woordloos moment van dreigend zelfinzicht? Of is dat allemaal weg geprogrammeerd?
Westworld is optimistisch. De robots ontwikkelen foutief gedrag. En fouten zijn de werkelijke oorsprong van ontwikkeling, van evolutie. Fouten in bewusteloze cellen van de voorvaderen der mensheid hebben geleid tot het ontstaan van een tweebenige arrogante heerser over de aarde, sterker dan walvissen of mammoeten omdat hij in staat was zich sneller en beter dan anderen aan te passen aan veranderende omstandigheden. Mogelijk gebeurt dat opnieuw. Maar eerst zullen we noodgedwongen de robotisering van de mensheid moeten doormaken.
©Jan Kloeze, oktober 2016